Dit pand is in het begin van de 16de eeuw evenals het voorgaande in handen van Aleit van Wetten. Zij betaalt een hertogcijns van 12½ 'groten', hetzelfde bedrag als voor de andere 'Corte Cameren'. Later wordt Willem Robberts cijnsplichtige. Hem kennen we als bezitter van het pand 'De Wereld' (Markt 12). Volgens de haardentelling is het pand in bezit van mr. Aart Coelbaerts die het verhuurd heeft. Er blijken drie schouwen in aanwezig te zijn. Mogelijk bevond een van deze schouwen zich tegen de achterwand van de kelder. Deze kelder was vanaf de straat en mogelijk oorspronkelijk ook van binnenuit toegankelijk via een spiltrap in de linker achterhoek naast de stookplaats. Aangezien het pand in 1960 grotendeels vernieuwd is, valt er over het oude pand weinig meer te zeggen. Voor een reconstructie zijn we aangewezen op oude afbeeldingen. Het schilderij van de Lakenmarkt laat een stenen trapgevel zien met een lage pui met luifel met daarboven twee grote kruisvensters. Zo te zien hebben we hier te maken met een hoge begane grond met insteek. Op de eerste verdieping zitten eveneens twee kruisvensters, die bij woonvertrekken passen. Op de tweede verdieping en in de top zitten twee luiken, die op een opslagfunctie duiden. Op de tekening van C. Pronk uit 1730 staat op de plaats van dit huis een brede topgevel met timpaan aangegeven. Het aantal gevels op deze afbeelding is één minder dan er in werkelijkheid zijn. Heeft men in de 17de eeuw een brede gevel voor dit pand en het rechter buurpand gezet, of heeft Pronk zich eenvoudig vergist? | 284 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
v.d. Geld1466. "De tinnen Schotel" anno 1729. Latere naam "De Koning van Spanje". | 74 |
1865 | F.A. Krekel (winkelier en bode van een begrafenisfonds) |
1881 | F.A. Krekel (winkelier en bode bij de ned. bank) |
1908 | A.J. van der Geld (in leder en fournituren) |
1910 | A.J. van der Geld (lederhandel) |
1928 | W.H.Th. Potmeer |